top of page

H7 Oppervlakte en inhoud

 

 

 

 

Voorkennis

 

Om in H7 aan de slag te kunnen moet je de volgende voorkennis bezitten:

- Vlakke figuren en ruimtefiguren herkennen.

- Omrekenen van eenheden van lengte, oppervlakte en inhoud (herhaling in par. 7.1)

 

7.1   Eenheden van lengte, oppervlakte en inhoud

 

Doel: Je leert eenheden van lengte, oppervlakte en inhoud omrekenen

 

Met behulp van het volgende ezelsbruggetje kun je de volgorde van de maten onthouden:

 

Kan  Het  DAmetje  Met  De  Cm  Meten.

 

De volgorde van de maten is van groot naar klein.

Bijvoorbeeld:

 

km²   hm²    dam²    m²   dm²   cm²   mm²

 

 

 

 

7.2   Oppervlakte en omtrek met formules

 

FORMULES

De volgende formules voor oppervlakte en omtrek moet je uit je hoofd leren en bij de toets kunnen toepassen:

 

Oppervlakte rechthoek                = lengte x breedte

oppervlakte driehoek                   = ½  x  zijde x bijbehorende hoogte

oppervlakte parallellogram        = zijde x  bijbehorende hoogte

oppervlakte cirkel                         = Ï€ x straal²

omtrek cirkel                                 = Ï€ x diameter

 

Hoogtelijnen tekenen

in sommige vlakke figuren moet voordat je kunt berekenen de hoogtelijn worden getekend. Deze hoogtelijn wordt met behulp van de nullijn op je geodriehoek getekend.

Stappenplan:

Hieronder een stappenplan dat laat zien hoe je een hoogtelijn in een driehoek moet tekenen:

Belangrijke opgaven voor proefwerk:

opgave 22, 26, 28, 29 

blz. 70 t/m 73

 

7.3 Oppervlakte van ruimtefiguren

 

Het berekenen van de oppervlakte van de grensvlakken van een ruimtefiguur gaat als volgt:

1. Bekijk het figuur en schrijf van elk grensvlak de naam van het vlaktefiguur op.

2. Bereken met de geleerde formules de oppervlakte van de verschillende grensvlakken.

3. Tel alle oppervlakten bij elkaar op.

4. Denk aan de juiste maat bij je antwoord.

VOORBEELD

Bereken de oppervlakte van de kegel.

Belangrijke opgaven voor proefwerk:

opgave 33, 36, 37

blz. 75, 76

 

7.4  Inhoud berekenen

 

Inhoud berekenen van kubus, balk, prisma en cilinder met:

 

Inhoud = opp. grondvlak x hoogte

 

 

Inhoud berekenen van piramide en kegel met:

 

Inhoud =        x opp. grondvlak  x hoogte

 

Belangrijke opgaven voor proefwerk:

opgave 44, 48, 52, 53

blz. 79 t/m 83

 

​© 2015 by Lieke Bastiaens

Proudly created with Wix.com

bottom of page